Praten over de dood, dat is toch doodnormaal? 

 

  Een column van Sandor Post, verpleegkundig specialist.

Zodra je bent geboren, heb je één zekerheid in het leven: je gaat een keer dood. En werkend in een verpleeghuis is de kans groot dat je er regelmatig mee te maken krijgt. Toch is het een onderwerp wat beladen is en waar we liever niet over praten, terwijl het je werk zoveel mooier kan maken.

 

In februari 2021 kwam ik bij Stichting Eykenburg werken na 26 jaar dienst in een ziekenhuis. Dat betekende een enorme omschakeling van een plek waar we mensen beter maken naar een omgeving waar veel mensen hun laatste levensfase doorbrengen. In mijn eerste jaar heb ik van behoorlijk wat cliënten afscheid genomen. Soms verwacht, soms ook onverwacht. Er is één ding wat me daarbij duidelijk is geworden: ieder mens heeft zijn/haar eigen verhaal en niets is zo onvoorspelbaar als het stervensproces.

 

Laatst was er een cliënt waarvan al drie maanden voor zijn sterven duidelijk was dat het levenseinde zou naderen. Op het moment dat ik dat voor het eerst ter sprake bracht, wilde hij er nog niet aan. Hij wilde leven en het liefst weer naar huis! Medisch gezien waren de vooruitzichten echter slecht: hij had uitgezaaide kanker, viel enorm af en zijn fysieke gezondheid ging zienderogen achteruit. Tijdens de weken die erop volgden, sprak ik regelmatig met hem en zijn familie. Het werden open en eerlijke gesprekken, waarin ik kon benoemen wat ik zag gebeuren en meneer kon benoemen wat hij voelde. Ik sprak over eventuele wensen, over wat hem bezig hield, over de verwachting van de dood en over eventuele angsten. Ik sprak met hem en zijn familie over het belang van tijd doorbrengen met elkaar en over afscheid nemen van elkaar.

 

Een week voor zijn overlijden wilde hij graag praten over de mogelijkheid om in slaap gebracht worden. Het lijden van niet kunnen eten, steeds moeilijker kunnen ophoesten van slijm, niet meer uit bed kunnen en het gevoel van pijn werd ondraaglijk. Hij had zelf bedacht dat het de week erop op donderdag zou moeten zijn. Er werd een euthanasieverzoek ingediend, maar nog voor deze in behandeling was genomen overleed hij in alle rust in het bijzijn van zijn vrouw op de donderdag die hij zelf had uitgekozen.

 

De week erop bedankte de familie mij voor de fijne gesprekken en de goede begeleiding van de afgelopen maanden. Hoe verdrietig het verlies ook was, het proces vonden ze prettig zijn verlopen. Een mooier compliment kun je volgens mij niet krijgen.

 

Deze column verscheen eerder in de speciale uitgave ons magazine InfoKruispunt, themanummer 'alles omtrent het levenseinde', editie 1, 2021. 

Back to top