Werken op op het hospice is het mooiste wat er is

 

Naast de verschillende verpleegafdelingen heeft Stichting Eykenburg ook een hospice. Een plek waar onze cliënten afscheid kunnen nemen van het leven, van hun partner, familie en vrienden. Ieder op zijn eigen manier. Ook al kom je met heel verdrietige dingen in aanraking, werken in een hospice hoeft niet altijd alleen maar naar te zijn. Jolanda Ligtvoet, teamleider Hospice Claude Monet, beschrijft wat ze meemaakt tijdens haar dienst.

Als je het hospice binnenkomt heerst er een prettige rust. De boom met de vlinders dragen de namen van de cliënten die er verbleven en overleden zijn. Familieleden hebben daar voor hun naaste mooie woorden op mogen schrijven. Iedere kamer kent een ander verhaal. De enige overeenkomst is dat de levensverwachting minder dan drie maanden is. Met vier gasten in het hospice kan het de ene dag heel erg druk zijn en de andere dag juist weer niet. Je kunt het nooit van te voren bepalen. Een vaste dagplanning is dan ook niet mogelijk.

 

  

Bijzonder koffiemomentje

Tijdens mijn dagdienst heeft een van de cliënten zin in koffie. Ik vraag haar of zij het goed vindt als ik ook voor mijzelf een kopje inschenk. En zo zitten genieten wij even later samen van de koffie. Vergezeld van een koekje, die zij speciaal voor haar visite heeft klaarstaan in een klein koektrommeltje. Al neemt zij er maar hele kleine slokjes van de koffie, ze geniet. Na tien minuten zegt ze moe te zijn en ik help haar naar haar bed. Ze haalt even teder haar hand door mijn haar. “Dank je wel voor de koffie,” zegt ze. Het raakt me.

 

Grote glimlach

In het tweede appartement hoor ik een van onze vrijwilligers een stukje uit een boek voorlezen. Het boek is een roman met mooie lange zinnen. Meneer is wat in de war, maar de rust in de stem van mijn collega kalmeert hem. Ik kijk om het hoekje, meneer kijkt tevreden met een glimlach op zijn gezicht. Na een half uurtje komt mijn collega het appartement uit. Meneer slaapt.

 

Zorg voor elkaar

In het derde appartement help ik de cliënt met douchen. Ze geniet van het warme water. Omdat dat haar al haar energie kost, neem ik alle handelingen van haar over. Na het douchen help ik haar in de relaxstoel. Mevrouw kijkt naar mij en zegt dat ik hard werk. “Je zou thuis niet hoeven moeten koken.” Dus legt ze mij uit hoe ik bij haar favoriete winkel kom. Daar kan ik dan een maaltijd kopen. “Je hoeft die alleen nog maar warm te maken.” Ik moet wel beloven dat ik er witte rijst bij vraag, want nasi is veel te duur. Glimlachend loop ik weg.  

Goed begin

Ik sta op de gang aan het einde van mijn dienst en hoor mijn collega een van onze gasten begroeten. “Dag meneer, ik kom even laten weten dat ik er ben.” “Oh hallo, zegt hij, hoe gaat het met jou?” Mijn collega enigszins verbaasd: “Het gaat goed met mij en met u?” “Ben je verdrietig?” vraagt hij. “ Nee hoor, is haar antwoord, maar bent u verdrietig?” Hij antwoordt bevestigend met daar achteraan, “maar dat jullie er voor mij zijn, maakt me vrolijk.” Mijn collega: “Nou dan gaan we er maar een leuke avond van maken.” Meneer lacht hardop en zegt: “nou maak dan maar twee kopjes thee voor me. Dat is alvast een goed begin.”

 

Mocht je denken dat er alleen maar verdriet is, dan heb je het mis. Er wordt veel gelachen in het hospice. We doen ons best om een glimlach op het gezicht van de cliënten en onszelf te toveren. Kom gerust eens langs om de sfeer te ervaren! Onze deur staat altijd open.

Back to top